Skip to main content
SymbolenSymboliek van verhalen

De ware koning en de brul van de Lia Fail

Forradh8

De heuvel van Tara, zetel van de hoge koningen van Ierland

Bij de inhuldiging van een nieuwe koning is het interessant om te kijken, wat in heidense tijden een koning tot koning maakte. Net als nu waren de koninklijke regalia erg belangrijk als tekenen van zijn macht. De regalia in Nederland bestaan tegenwoordig uit: kroon, scepter, rijksappel, banier en zwaard. Maar een koning kan natuurlijk niet gekroond worden op een ordinaire stoel! Ook de troon is een teken van zijn macht. De Engelse koningen werden gekroond op de troon in de kathedraal van Westminster. Onder die troon lag een opmerkelijke steen genaamd de steen van Scone. Deze werd ook wel  de Lia Fail oftewel de steen van het noodlot genoemd. Om er achter te komen waarom die steen tot op de dag van vandaag zo belangrijk wordt gevonden voor het legitimeren van de macht van de Engelse koning, moeten we een reisje in de geschiedenis maken. Te beginnen met de gelijknamige kroningssteen Lia Fail van Ierland.

De Lia Fail

Tara-LiaFailErgens in de prehistorie van Ierland was er een invasie van een volk genaamd de ‘Tuatha de Danann’. Een bron zegt dat zij met schepen uit het noorden kwamen. Een andere beweert dat ze uit de lucht arriveerden in een mistbank. (1) Uit hun landen brachten zij vier schatten met zich mee. De speer van Lugh uit Gorias, het zwaard van Nuada uit Findias, de Ketel van de Dagda uit Murias en de steen (Lia) van Fal uit Falias.  Elke schat heeft een imposante geschiedenis. Zeker het verhaal van de ‘Lia Fail’ is zeer intrigerend. Zij werd naar de heuvel van Tara gebracht. Deze werd gezien als het mystieke middelpunt van Ierland en een heilige plaats van moeder aarde. Tara is linguïstisch verwant aan Terra; aarde, en Tea; godin. Vanuit dit sacrale centrum heerste de hoge koning. Bij elke nieuwe koning die over Ierland ging heersen gaf de steen een brul. In de Cath Mag Tuiread uit de twaalfde eeuw staat het als volgt: ‘Uit Falias werd de steen van Fal gebracht. Deze stond in Tara. Hij pleegde te brullen onder elke koning die het koningschap van Ierland op zich wou nemen.’ (2)

Ook de ‘Milesiërs’, het volk dat kwam na de Tuatha Dé, lieten hun koningen hier kronen. Dit ging zo door tot de held Cuchulain de onwaardige Fiach tot koning wou laten kronen. De brul van de steen bleef uit, wat Cuchulain zo woedend maakte dat hij de steen in tweeën spleet met zijn zwaard. (3) Daarna bleef zij lange tijd stil. Omgevallen en genegeerd lag ze in Tara op de grond, tot Conn van de honderd veldslagen per toeval op de steen stapte. De steen schreeuwde prompt weer en niet slechts één keer, maar zij schreeuwde voor elke Ierse koning die van Conn afstamde. Daarna verscheen er voor hem een visioen van Lugh en de godin van de soevereiniteit, die elke latere koning nog bij name noemde. Conn was de eerste koning die van de steen een profetie hoorde over zijn glorieuze stamboom. Het inaugureren van koningen van Ierland op de Lia Fail zou door zijn gegaan tot circa 500 n.o.j. (4)

Lia Fail zou ‘profetische steen’ betekenen of ‘steen van het noodlot’. Mogelijk wordt bedoeld dat zij het noodlot van de koning profeteerde. Uitgebreider staat het woord ‘lia’ niet voor zomaar een steen, maar voor een steen met een cultische betekenis zoals een dolmen, cromlech of grenssteen. Fail is ook een woord voor een beschermende barrière, zoals een muur of een heg. In dat geval is hij bedoeld om profane ogen te weren van het sacrale ritueel. In een aantal teksten is de steen de Lia Faileas, dit betekent geest of schaduw. Het woord voor schreeuw in de brontekst is ‘geissid‘ wat niet zomaar een schreeuw, maar een luide gezagvolle uitroep is. Het is verwant aan ‘geasa‘, het woord dat staat voor de heilige verplichtingen en taboes van de sacrale koning. (5)

De brullende steen

De Lia Fail op de heuvel van Tara

Uit dit verhaal blijkt dat bij elke inauguratie van een heidens koning een ritueel hoorde waarop de koning op de steen moest staan (of zitten). Als de steen brulde dan was dit mogelijk een goedkeuring van de steen en daarmee van moeder aarde. De herkomst van dit geluid heeft velen geïntrigeerd. Er wordt wel gespeculeerd dat dit geluid gemaakt werd met behulp van een snorrebot (‘bullroarer’). Het zou een imitatie van het geluid van de donder zijn. Andere teksten beweren dat de steen uit vreugde brult omdat het om een koning gaat met het goede Keltisch bloed dat door zijn aderen stroomt. Niets van dit al is in de primaire bronnen terug te vinden.

Het is wel opmerkelijk dat Tara waarschijnlijk ook koningin betekent, en dat op deze plaats volgens de middeleeuwse wettekst ‘seanchas mor‘ een symbolisch huwelijk plaatsvond tussen de koning en Maeve, de godin van het land. Een van de legendarische minnaars van Maeve was koning Fergus. Naar hem werd de Lia Fail, de ‘bod feargais‘ oftewel de penis van Fergus genoemd. Dit laatste is echter negentiende-eeuwse folklore. (6) Toch rijst hierdoor bij mij het vermoeden dat de geheimzinnige brul er wel eens één van genot zou kunnen zijn. De steen Lia Fail zou dan de fal(lus) van de hemelgod zijn die in de vulva van Tara als middelpunt van Ierland wordt gestoken. Als de koning optrad als vervanger van de dondergod Taranis dan zou de eenwording prima geklonken kunnen hebben als het tromgeroffel Taran-Tara, Taran-Tara wat nog steeds gebruikt wordt als onomatopeïsch geluid voor het tromgeroffel dat een grootse gebeurtenis aankondigt! In ieder geval is de Lia Fail een gewijde steen, mogelijk beschermt door een heg, die op een luide wijze de nieuwe koning proclameert. (7)

Het eiland Ierland werd naar de Lia Fail wel Inis Fail genoemd. Het eiland van het noodlot, of het eiland beschermd door een heg. Dit maakt het hele eiland tot een sacrale plek!

De steen van Scone

De steen van Scone wordt – net zoals de steen van Tara – in het Gaelic ook Lia Fail, oftewel steen van het noodlot genoemd. Volgens Schotse historici vanaf de dertiende eeuw (o.a. Boëtius en de ‘Rhythmical Chronicle’) zou dit om een en dezelfde steen gaan. Deze zou uitgeleend zijn in de zesde eeuw om koning Fergus van Dalriada – een Schots deelkoninkrijk – te kronen. Hij zond de steen echter niet terug. (8) De kans is groot dat dit verhaal gefabriceerd is om de claim op de troon van bepaalde Schotse koningen te versterken. Ierse bronnen uit de tiende eeuw zeggen namelijk dat de Lia Fail in die tijd nog gewoon op zijn plaats in Tara stond, ook al werd zij toen niet meer als kroningssteen gebruikt. (9) De Schotse steen stond oorspronkelijk in Argyll en daarna pas in de hoofdstad van Dalriada; Scone.

De heilige steen van Bethel en de vervloekte ‘hag of Scone’

j_raffaello

Jacob droomt met zijn hoofd op de profetische steen en ziet de hemelladder

Over de steen van Scone gaan de meest wilde verhalen: Zij werd wel het kussen van Jacob genoemd, naar de steen van Bethel. Aartsvader Jacob droomde daar over een ladder naar de hemel. Jozef van Arimathea (degene die de Graal naar Glastonbury had gebracht) of anders de profeet Ezechiël zou de steen van Bethel meegenomen hebben uit het Heilige land naar Ierland en vervolgens naar Schotland. Ook de heilige Columba zou  zijn hoofd erop hebben gerust. In de versie van de Scottichronicon (vijftiende eeuw n.o.j.) werd zij door een prinses genaamd Scota uit Egypte, via Spanje en Ierland, naar Schotland gebracht. Zij zou haar naam aan Schotland hebben gegeven. Scota (schaduw) wordt wel gezien als een naam voor de godin van het land. De steen is ook bekend als de ‘hag of Scone’. In een oude Deense ballade wordt verteld van een zeereis van sint Olave. Hij zeilt zelfs over de heuvels van Scone, maar een oud wijf (‘hag’) met haar spinnewiel is hierover ontstemd. Ze zegt: ‘je bent door mijn kelder gevaren!’. Sint Olave verandert haar vervolgens in een steen. De kans is groot dat deze ‘hag’ altijd al vereerd werd in de vorm van een steen. Zeker als steen van het noodlot en verbonden met Scota, de godin van het land, hoort de steen bij de ‘hag’, de donkere kant van de Godin. (10)

De steen onder de troon van de Engelse koningen

westminster

De troon van Westminster met daaronder de illustere steen van Scone

De steen van Scone werd tot 1296 door diverse Schotse koningen voor hun kroningsceremonie gebruikt. Zij werd echter door Edward I in dat jaar gestolen en naar Engeland gebracht. Daar lag hij lange tijd als kroningssteen onder de kroningsstoel in de kathedraal van Westminster. Zo deed hij dienst om de kroning van de Engelse koning kracht bij te zetten en – en passant – zijn claim op Schotland te legitimeren. Anderen beweren dat Edward nooit de juiste steen vond. Zijn vorm komt inderdaad niet overeen met beschrijvingen van de steen uit de dertiende eeuw. Zij zou uitgehold zijn om als stoel te dienen en versierd zijn met inscripties. Deze kenmerken ontbreken bij de huidige steen. (11) Toch blijven vele historici van mening dat de steen van Westminster en die van Scone één en dezelfde is. Deze steen is in 1996 – met veel ceremonieel – vertoon terug gebracht naar Schotland en ligt nu in Edinburgh Castle.

stone of sconestone2

(links de steen onder de kroningsstoel van Westminster, rechts de steen zo die er uit zou moeten zien volgens de middeleeuwse beschrijvingen.)

Symbolische duiding van de steen

Als een van de vier schatten van het mythische volk van Danu wordt de steen gezien als de vertegenwoordiger van één van de vier elementen. Zij is het vrouwelijke element aarde dat verbonden is met het noorden. Aarde staat als element voor de vijf zintuigen waarmee wij de materie kunnen ervaren, dus voor de zintuiglijke waarneming en al het lichamelijke. Dit is weer verbonden met moeder aarde in haar meest materiële vorm als moeder van de materie. Als zodanig is zij ook ‘Maya’ de moeder van de illusie van materie, van de uiterlijke verschijningsvormen waarin wij vastzitten tot onze dood. Zij wordt geassocieerd met de dood en omdat de dood onherroepelijk is wordt zij ook gelinkt aan het noodlot (‘destiny’ of ‘fate’ in het Engels) als het lot dat wij allen uiteindelijk onder ogen moeten zien.

Gewone mensen worden pas bij hun dood uit deze betovering gehaald. Van sacrale koningen werd verwacht dat zij – na de inwijding van hun kroning – een connectie konden maken tussen hemel en aarde. Bij de Grieken betekende het woord troon naast zetel voor een God of koning ook hemelsteun of hemelpilaar. Zo is de troon (en de steen eronder) te zien als een kosmische as, een verbinding tussen hemel en aarde. (12) De beste Keltische koningen konden door deze verbinding hun land tijdelijk tot een paradijs op aarde maken. Hiervoor moesten zij eerst op de steen van het noodlot staan of zitten. De Lia Faileas (van Scota) als steen van de geest of schaduw, zal de koning tijdelijk tot een geest gemaakt hebben. De steen van Scone als ‘hag’ van Scone is dan een voorbeeld van de oudste wijze waarop de godin werd verbeeld: als een aniconisch blok steen! De koning werd tijdelijk ‘opgeslokt’ door deze godin – via de steen – om zo beproefd te worden, en werd vervolgens weer ‘uitgespuugd’ in de materiële wereld. Overleefde hij deze test zonder dood te gaan of waanzinnig te worden, of – nog erger – zonder er iets van te merken, dan zou er een schreeuw of brul of luide uitroep klinken van onder de koning vandaan. Dit is het kosmische orgasme, de schreeuw van goedkeuring van het land zelf. De koning had bewezen de soevereiniteit van Ierland of Schotland waardig te zijn. (13)

Abe van der Veen

1 Dit betekent het volk van Danu. Danu is waarschijnlijk de naam van hun godin. Over dit volk gaan vele verhalen, zij worden gezien als de oude goden van de Ieren, maar ook wel als een benaming van het elfenvolk.

The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 45

2 The encyclopedia of myths and secrets – B. Walker p. 976

The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 45

In de Lebor Gaballa Errenn staat bijna hetzelfde: §57. It is the Tuatha De Danann who brought with them the Great Fal, [that is, the Stone of Knowledge], which was in Temair, whence Ireland bears the name of “The Plain of Fal.” He under whom it should utter a cry was King of Ireland; until Cu Chulainn smote it, for it uttered no cry under him nor under his fosterling, Lugaid, son of the three Finds of Emain. And from that out the stone uttered no cry save under Conn of Temair. Then its heart flew out from it [from Temair] to Tailltin, so that is the Heart of Fal which is there. It was no chance which caused it, but Christ’s being born, which is what broke the owners of the idols.

3 A guide to Irish mythology – D. Smyth 96

4 http://en.wikipedia.org/wiki/Conn_of_the_Hundred_Battles  ‘Baile in Scail’

5 http://www.danann.org/library/symb/lia.html

The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 461

6 The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 83

Van de penis van Fergus werd gezegd dat hij zeven vuisten lang was en zijn scrotum was de grootte van een ‘bushel bag’. Hij had zeven vrouwen nodig om zijn lust te kunnen stillen. Het ‘epithet’ van Maeve, ‘met de willige dijen’ zegt genoeg over haar onstilbare lusten..

http://en.wikipedia.org/wiki/Hill_of_Tara

7 The encyclopedia of myths and secrets – Barbara Walker (p. 976) Ook zij omarmt deze prachtige – zij het zeer speculatieve – theorie dat het gebrul van de steen, als geluid van de donder, ook het geluid was van de eenwording van moeder aarde met de hemelvader. Dit geluid zou dan ongeveer klinken als Taran-Tara.

8 http://en.wikipedia.org/wiki/Lia_F%C3%A1il

9 http://www.libraryireland.com/Wonders/Lia-Fail-2.php

10 Folklore myths and legends of Britain – Readers Digest p. 448

Walker – Dictionary of symbols and sacred objects p. 523 + encyclopedia p. 941

http://www.thesonsofscotland.co.uk/thestoneofdestiny.htm

Het bepalen van het noodlot is een van de taken van de godin, vooral in haar duistere aspect. De andere naam voor Schotland, Caledonia, betekent door de Cailleach gegeven. Ook de Cailleach is een donkere godin.

Ancient Danish ballads volume 1 p.361

‘they saild across the hills of Scone, and turned the swarthy elves to stone,
there stood a hag with spinning wheel, and why should we thine anger feel?,
Saint Ollave, thou with ruddy beard, thy ship has through my cellar steered,
The saint looked back, thou hag of Scone, stand there and turn to granite stone.’

11 http://www.his.com/~rory/stone.html

http://www.philipcoppens.com/stone_destiny.html

In een curieus negentiende-eeuws krantenverslag wordt melding gemaakt van een meteorietsteen die bij opgravingen werd gevonden vlakbij de plaats waar koning Macbeth zijn kasteel had. Dit zou dan de begraven en verstopte echte steen van Scone zijn. Vooral het detail van meteoriet is erg interessant, gegeven het feit dat ook andere sacrale stenen – zoals de Ka’aba van Mekka – van meteorietsteen zouden zijn.

12 http://en.wikipedia.org/wiki/Throne

13 Het beeld van opslokken en weer uitgespuugd worden is niet een traditionele omschrijving, maar een verwoording van mijn eigen ervaring met de kracht van de godin in de steen.

Als de Lia Fail van Tara toch meer stond voor een fallus dan nog blijft de conclusie intact. Ook dan is er in het centrum van het land een moment van éénwording tussen koning en Godin. Nu niet met de rituele dood als inwijding, maar door middel van het ‘heilig huwelijk’.

Verder: Ook in het middeleeuwse Zweden en Slovenië werden koningen op een steen gehesen als onderdeel van het kroningsritueel. In de oudheid moesten in ieder geval de Perzische koningen op een steen gekroond worden (volgens Plinius).

Ook interessant: In the second place the coronation stones used so generally by the Gaelic tribes all over Ireland and Scotland, were comparatively small and portable, like that now under the Coronation chair at Westminster which is a flag 25 inches by 15 inches by 9 inches thick. But the present pillar-stone at Tara is 12 feet long by nearly 2 feet in diameter. It would be very unsuitable for standing on during the ceremonies of installation and coronation

Leave a Reply