Skip to main content

250px-Mephistopheles2Wie gelooft er tegenwoordig nog in de duivel en wie is er nog bang voor? Dat was vroeger wel anders! In de heidense tijd was er al een grote angst voor kwade geesten. Geesten die angst aanjoegen en onheil en ziekte veroorzaakten. In de christelijke tijd kwam daar nog het beeld van de duivel als verpersoonlijking van het kwaad bovenop. Nu bracht de kwade geest niet alleen maar ongeluk, hij kon ook nog je ziel bemachtigen en je meeslepen naar de hel. De angst voor de duivel zat er goed in. Men sprak meestal niet rechtstreeks zijn naam uit want dan riep je hem mogelijk op! Hij werd in Nederland ‘de Kwade’, ‘de Oude’  of ‘de Boze’ genoemd, of de ‘olde knecht’, de Drommel, de Droes en Joost. (1) Zolang je maar niet rechtstreeks zijn echte naam hoefde te noemen. Hieronder vertel ik over de duivel in de Nederlandse sagen en geef ik vervolgens mijn eigen interpretatie van het duivelspact.

Het uiterlijk van de duivel

the-devil-and-the-disobedient-childHelaas kon je de duivel niet altijd goed herkennen. De – met de bosgod Pan te vergelijken – ruig behaarde kerel met hoorntjes en hoeven werd bijna nooit waargenomen in Nederland. Een enkele keer is zijn verschijning wel monsterlijk: hij verscheen bijvoorbeeld als een van top tot teen pikzwarte kerel of als een grote, zwarte hond. Vaker nam hij de gedaante aan van een voorname – meestal in het zwart geklede – heer. Door het weggeven van een klein detail kwam het slachtoffer er meestal toch achter dat hij met de duivel van doen had. Hij zag bijvoorbeeld een paardenhoef of een bokspoot, of in de spiegel zag hij de hoorns op zijn hoofd. Meestal was het dan al te laat en had hij of zij zich al laten verleiden tot de zonde, of – nog erger – tot een duivelspact!

Het duivelspact

Michael_Pacher_004In de duivelssagen uit Nederland is het sujet altijd belust op nieuwe zielen. Zijn voornaamste middel om die te bemachtigen is door een mens te verleiden tot het sluiten van een verbond met hem. Dit noemt men het duivelspact. Het verhaal begint meestal met een man (of soms een vrouw) die wanhopig is. Het gaat hierbij meestal om geldzorgen. Hij loopt in zijn wanhoop en verdriet het dorp uit en de wildernis in. Daar heeft hij een schijnbaar toevallige ontmoeting met een vreemd, deftig heerschap. Dit is de duivel in vermomming. (2)

De duivel komt vervolgens met een aanbod dat te mooi is om waar te zijn. De man zal zeven jaren lang in weelde mogen leven (bv. met behulp van een ‘wisseldaalder’ of een nooit leeg rakende beurs), altijd raak kunnen schieten, het mooiste meisje kunnen krijgen of de toverkunst machtig zijn. (3) Bijna altijd leidt het voorstel van de duivel tot een verbond. De duivel weet dat – als hij zich aan zijn belofte houdt – hij de ziel mee kan nemen naar de hel. Vaak is een mondeling akkoord genoeg, maar in de latere sagen moet de man zijn naam met zijn eigen bloed op een stuk papier schrijven. Als hij uiteindelijk wordt opgehaald door de duivel, gebeurt dit soms op een gruwelijke wijze: de man wordt bijvoorbeeld in stukken gescheurd of hij verdwijnt spoorloos op een bloedvlek na, die niet meer weg te poetsen is. (4) Vaker is het zo dat hij – of zijn vrouw – door een list de duivel toch nog om de tuin weet te leiden, zodat hij zich niet aan het verbond hoeft te houden. Ook de kracht van het gebed van de pastoor wil nog wel eens helpen.

De duivel bedrogen

004Een veel voorkomend motief is het verbond met de duivel, waarbij een man in ruil voor zijn ziel een kerk, brug of schuur door de duivel laat bouwen. Deze moet wel voltooid zijn in één nacht voordat de haan heeft gekraaid. De duivel en zijn demonen gaan aan het werk en zijn vlak voor het ochtendkrieken bijna klaar. Er moet nog een klein detail toegevoegd worden. In zijn wanhoop bekent de man aan zijn vrouw welke domme zet hij heeft gedaan. Dan bedenkt zijn vrouw een list en kraait nog voor het ochtendgloren als een haan en alle echte hanen volgen haar voorbeeld. De duivel vlucht en het gebouw blijft onvoltooid. Zo redt zij de ziel van haar man. Het zal ook nooit afkomen want het stuk van de muur, de oelborden of de windhaan worden er elke keer door de kwade duivel weer afgehaald..
Soms heeft de duivel de ziel bedongen van de eerste persoon die het gebouw ingaat of over de brug heen loopt. De brug of kerk komt dan wel degelijk af, maar vervolgens jaagt degene die de overeenkomst heeft gesloten een hond de brug over of een wolf de kerk in. De duivel zal dit beest als offer moeten accepteren en is bedrogen! Dit laatste is wel opmerkelijk omdat het impliceert dat men onder het volk geloofde dat de dieren ook een ziel hebben! (5)

002Vaak is het de vrouw die haar man uit de penarie moet helpen. Zo had een jager zijn ziel aan de duivel verkocht. In ruil daarvoor zou hij altijd raak schieten. De enige voorwaarde die de man stelde, was dat de duivel altijd datgene moest kunnen benoemen waarop de jager wilde schieten. Helaas voor de jager kent de duivel elk levend wezen op aarde. Zijn vrouw kwam gelukkig met een list en rolde zich naakt in de pek en veren. Toen de jager zijn eigen vrouw voor het vizier kreeg herkende de duivel het wezen niet en de man ging vrijuit! (6)

Rijk door de duivel

Toch is er ook een enkele keer een slimme man: Een kerel in geldnood maakte een akkoordje met de duivel dat hij zijn ziel zou hebben en in ruil daarvoor zou deze zijn laars vullen met gouden munten. De duivel laat zich niet graag zien en vroeg daarom aan de man om zijn laars bij het open zoldervenster te houden. Klinkende munt werd in de laars gestort en deze zou snel vol zijn geraakt, ware het niet dat de man snel de zool los had gescheurd. De laars kwam niet vol, de man behield zijn ziel en was schathemeltjerijk!

il_340x270.502622643_28xg

Mogelijk nog slimmer was de Veluwse boer die zijn zinnen had gezet op een bunder akkerland naast het zijne. Hij had er het geld niet voor, maar de duivel wilde hem wel een korenmaat (of een schepel) vol gouden munten lenen. Als hij niet binnen vijf jaar de korenmaat vol met munten terug kon betalen zou hij zijn ziel verliezen. Toen de boer zag hoe de duivel de korenmaat vulde riep hij uit: hier op de Veluwe zijn wij gewend er een kop op te doen. En de duivel was de zuinigste niet en deed dat ook. De boer streek de kop er af en gaf de duivel zijn geld terug. Alsjeblieft ruim binnen de termijn! Hij had zich aan zijn woord gehouden, de duivel moest briesend en tierend het veld ruimen en met het afgestreken muntgeld kon hij met gemak de bunder land kopen! (7)

Ontelbare malen wordt de duivel in de sagen bedrogen. Hij sluit een akkoord met een pastoor dat hij de ziel van een man mag hebben als alle bladeren van de bomen af zijn in het beukenbos. Helaas voor de duivel ontvouwden in de lente de nieuwe blaadjes zich terwijl de laatste oude blaadjes nog aan de beuken zaten.
Hij geeft een vrijmetselaar – wiens ziel hij komt halen – uitstel zolang de kaars nog niet is opgebrand en de vervloekte man dooft de kaars en bergt hem op!
De duivel daagt iemand wel eens uit om hem een onmogelijke taak te laten verrichten in ruil voor zijn ziel. De slimmerik wint dan door hem te vragen een touw van zand te vlechten of om een scheet te vangen en er een knoop in te leggen! Dit is zelfs voor de duivel onmogelijk. Vreemd genoeg moet de bedrieglijke duivel zich altijd aan zijn woord houden. Dit maakt hem in dergelijke gevallen zelfs een beetje sympathiek.  (8)

Seks met de duivel

001In de heksenprocessen uit de zestiende eeuw komt vaak het motief voor van het bekrachtigen van het verbond met de duivel door middel van seks. Een vrouw geeft zich in ruil voor geld en/of kwade toverkunsten over aan de duivel en wordt zijn minnares. Dit vinden we niet of nauwelijks terug in de sagen. Dit zal vooral zo zijn omdat het bijna altijd gaat om mannen die het pact sluiten en dan ligt seks met de – altijd mannelijke – duivel niet zo voor de hand. In een Friese sage probeert de duivel wel om het liefje van een Friese schone te worden. Zij heeft gezegd dat ze alleen maar wil vrijen met degene die nooit om genade heeft hoeven smeken. De duivel bewijst dat hij de sterkste is in de wijde omgeving en gaat met haar naar de bedstede. Daar pakt zij hem plotseling bij zijn edele delen en draait deze om. Hij schreeuwt en smeekt om genade. Zo raakt zij de duivel als vrijer toch nog kwijt!

In een sage uit Hoogeveen wordt een oude vrouw in de bedstee geplaagd door een duivel. Daarvoor had hij haar jonge dochter gegrepen en hij verdween pas toen ze licht maakte en de Bijbel open sloeg. Vervolgens begon hij de moeder te kwellen. Hij stormt op haar los en zij zegt: ‘Dat je de deerne niet met rust kan laten snap ik nog, maar wat moet je toch met deze oude sloof?’ Als ze zegt ‘Here verlos mij van de boze’ verdwijnt hij prompt. Hier manifesteert de duivel zich als incubus. Hij doet dit niet als onderdeel van een verbond. (9)

Niezen en vloeken

f9de786791f531b8bad87cd2e46613f6Soms vraag je je af waarom de duivel zo’n moeite doet om een pact te sluiten. Uit een sage uit Neeritter (Limburg) wordt het duidelijk dat de duivel ook macht heeft over vloekers (en degenen die vervloekt worden) en zelfs over mensen die niezen als er vervolgens niemand ‘God zegen u’ zegt! Dit laatste heeft te maken met het volksgeloof dat bij een krachtige nies de ziel uit het lichaam kan glippen en dus ten prooi kan vallen aan de duivel. Bij het vloeken is het wel belangrijk dat het echt gemeend wordt. Een deurwaarder die met de duivel optrok kwam daar op harde wijze achter. Elke keer dat hij iemand hoorde vloeken riep hij: ‘Duivel grijp hem, hij heeft gevloekt!‘ Maar die zei dan, ja de mensen zeggen het zo vaak, maar menen het meestal niet en dan heb ik toch geen macht over hen. Dit ging zo door, tot de deurwaarder het huis van een familie met schulden naderde. De bewoners zagen hem en vervloekten hem binnensmonds. Een van hen siste: ‘ik wou dat de duivel hem mee nam naar de hel!’ De duivel zei; ‘dat was nu echt gemeend!’ Hij greep de deurwaarder beet en verdween. (10)

De duivel als boze geest

200px-codex_gigas_devilOm het topos van het verbond met de duivel goed te begrijpen moeten we eerst weten wie of wat de duivel is. In enkele gevallen is de duivel uit de sagen niets meer dan een boeman; een boze geest die angst aanjaagt. Hiervan zijn twee mooie voorbeelden te geven: Een jager schoot bij middernacht in het maanlicht op een haas. Hij mist en de haas rent op hem af en verandert zich in een zwarte bol. Deze rolt op de jager af, de jager heeft nu door dat hij met de baarlijke duivel van doen heeft en vlucht, maar de bol wordt almaar groter. Pas als hij belooft om nooit meer te stropen verdwijnt de zwarte bol.

In het verhaal over ‘De duivel zonder kop’ komen we de – met afstand – meest fantastische duivel tegen!: Op een viersprong in de buurt van Leuven verschijnt een duivel. Hij heeft geen hoofd, maar zijn ogen staan hem op de schouders en in zijn maagstreek is zijn mond en daaruit slobbert een vurige tong. Dit is het gat van de hel! Hij slaat zijn prooi en als die op de grond ligt gaat hij hem heen en weer rollen. Deze duivel moet voor 99 verdoemden pap koken. Als hij de honderdste te pakken heeft, dan moet die het van hem over nemen en wordt de nieuwe duivel zonder kop. Vervolgens wordt deze duivel een weerwolf en blijft dit monster tot hij doodgeschoten wordt.. Ook deze wonderbaarlijk, monsterlijke duivel is meer een voorbeeld van een boze geest. (11)

De duivel en Odin/Wodan

Jacob-Binck-The-witch-attacking-the-devilIn het beeld van de duivel kunnen ook restanten van oude godheden zitten. In een Gelderse sage wordt de duivel als volgt omschreven: ‘Plotseling was ‘de Oude’ er; een korte, gedrongen gestalte met een platte, breedgerande ronde hoed op.’ Mogelijk is in deze duivel iets van de god Odin (in onze streken Wodan genoemd) terug te vinden. Uit de saga’s van IJsland weten we dat bij een plotselinge opkomst van een oudere persoon met een breedgerande hoed, we met Odin te maken hebben. Zowel Odin als de duivel leren aan sommige van hun volgelingen de toverkunst oftewel de zwarte magie. In de sagen vinden we dit zelden, maar in de heksenprocessen leerde de duivel standaard aan elke heks de zwarte kunst. (12)

De betekenis van het verbond met de duivel

411px-el_aquelarre_1797-1798De duivel speelt al met de ziel van de mens sinds het prille begin. In het paradijs zorgde dat voor de zondeval. Hiermee bracht de duivel onder andere een afstand teweeg tussen de mens en zijn centrum, ook kon hij niet meer zomaar terug naar het zielenparadijs. Hij bezorgde de mensen echter ook kennis van goed en kwaad oftewel een individueel bewustzijn. De invloed van de duivel op de mens is te zien in het afstand scheppen tussen de mens en zijn ware zelf. Het is de kunst van de mens om vanuit die afstand weer verbinding maken met zijn ware gevoel, zodat zijn bewustzijn kan groeien.

In de duivelspacten van Mariken van Nieumeghen en de tovenaar Faust is het belangrijkste lokaas van de duivel kennis. Kennis van het verborgene bij Faust en kennis van de zeven vrije kunsten bij Mariken. Deze kennis betekent een verdere opdeling van het eenheidsbewustzijn van het paradijs in ontelbare brokstukken. Bij de zeven ‘vrije kunsten’ is dit letterlijk het geval; kunsten als grammatica, arithmetica, geometrie bestaan allemaal uit het opdelen van datgene wat waar wordt genomen. De werkelijkheid wordt ontleed in telkens kleinere stukken. Als we ons hierin verliezen dan is de weg naar het centrum en daarmee naar onze ziel niet meer terug te vinden. We verliezen onze ziel aan de duivel! We gaan op in de afstand van het leven in materie en gedachten. Hier is de dichotomie niet leven en dood, maar leven en niet-leven. De duivel heeft het meeste belang bij mensen die hun levend zijn ontkennen, door altijd van een afstandje naar de dingen te kijken. Zo verliest men de kunst van empathie, verbinding en uiteindelijk de kunst om lief te hebben.

feastWie hier in meegaat, kan zelfs worden tot een soort van demon. Deze persoon houdt zijn bewustzijn vast in een wereld die te manipuleren is doordat het wordt geobjectiveerd. Door levende wezens tot objecten te maken kan hij zonder enige empathie er energie uit trekken. Dit is in feite de zwarte kunst; zwarte magie. De zwarte kunst (nigromantie) wordt dan ook vaak beschouwd als de zevende kunst van de ‘artes liberales’. Je haalt de energie niet meer uit de goddelijke en godinnelijke bron, maar steelt ze uit deze wereld. De duivel verleid je met rijkdom, dit is te zien als de kunst om energie te stelen; hoe je kunt vampiriseren. Hij leert je hoe je angst moet aanjagen, moet afpersen, schuldgevoel moet aanbrengen en hoe je iemand uit het evenwicht brengt. Zo omgaan met je medemens doe je alleen als je wanhopig bent, omdat je in je onbewuste toestand niet meer weet hoe je energie uit de onuitputtelijke bron kan halen. Als je dit willens en wetens doet, haalt dit je uit je ware centrum, je verwijdert je telkens verder van je ziel, verslaafd als je bent aan een oneigenlijk gebruik van energie.

Je zou kunnen zeggen dat er twee duivels zijn: De een is de angstaanjagende inwijder uit de heidense tijd. Hij is te vergelijken met de gehoornde god Pan en met Odin, hij is de god van de sjamaan, de inwijder van de tovenaarsleerling. Hij moet testen of zijn leerling klaar is voor een volgende inwijding. Hij is ook Lucifer, de lichtbrenger, de god die bewustzijn brengt. Hij is degene die zijn volgelingen de ‘toverkunst’ leert. Zo iemand weet bewust te leven volgens de gulden snede, hij weet precies in het midden te blijven. Op die wijze krijgt hij energie uit de onuitputtelijke bron. Hij haalt het van de godin en de god. Hij haalt het uit de hemel en de aarde en uit de verbinding van die twee door precies in zijn centrum te blijven. Hij is de duivel als diabolo. Diabolo betekent de ‘er tussen in werper’. Hij blijft net als een diabolo precies in evenwicht op de levensdraad!

Daartegenover staat de duivel uit de christelijke mythologie als degene die altijd en eeuwig je uit je centrum en uit evenwicht probeert te krijgen. De duivel als verleider en de duivel als bangmaker. Dit maakt hem vanuit een christelijke optiek tot een slechterik, tot het geïncarneerde kwaad. De duivel is dan te zien als een soort oppervampier. Zodra de ziel uit zijn centrum is gebracht heeft de duivel een energielekkage gemaakt in het energetische systeem. De energie die daaruit sijpelt, is voor hem! Zo kan het zijn dat je door meerdere demonen wordt bezeten die allemaal op je parasiteren. Zij hechten zich vast aan je systeem en trekken de levenskracht uit je. Zij zijn de zeven opperduivels van de zeven hoofdzonden: trots, jaloezie, toorn, luiheid, gierigheid, vraatzucht en wellust.

Het verleiden met ‘zonden’ omvat velerlei technieken om je uit je evenwicht, je centrum te halen. Je weet dat je iets moet doen, maar je stelt het uit en kiest voor een afleiding. Als je die afleiding – die je van je ware bestemming afhoudt – maar vaak genoeg opzoekt dan wordt dit tot een verslaving. Je bent slaaf geworden van een demon. Je bent jezelf niet meer. Je bent niet meer de baas van je eigen energiehuishouding! Deze duivel is de meester van disbalans. Hij weet als geen ander hoe hij de mens uit evenwicht kan brengen. Hij is hiermee de schaduwkant van de tovenaar als de levenskunstenaar die weet hoe hij zijn energie, zijn levensstroom kan hanteren. Het is een groot taboe in de christelijke maatschappij om magie te gebruiken. Het wordt verzwegen en ontkend. Toch geeft juist dit de mogelijkheid aan de mens zijn energie in eigen hand te nemen, en daarmee zijn eigen bewustzijnsniveau. Iets van deze oude kennis sijpelt door in de sagen rondom de duivel en zijn pact.

Abe van der Veen

Dit artikel is onderdeel van het boek ‘Witte wieven, weerwolven en waternekkers’. Dit boek is hier te bestellen.

Noten:
1)
2) Soms arrangeert de wanhopige zelf de ontmoeting en roept de duivel op om hem te helpen. Een klassieke manier om de duivel op te roepen is door hem met middernacht op een kruispunt van vier wegen een zwarte haan te offeren. Als je dan de naam van de duivel noemt zal hij verschijnen.
De duivel verschijnt ook nogal eens als de vierde man bij het kaartspelen. Vaak wordt hij opgeroepen omdat er stevig wordt gevloekt. Men ontdekt hem als er een kaart op de grond valt Dan zien ze dat een van hen een paarden- of bokspoot heeft. (K. ter Laan – Nederlandse overleveringen 12)
3) In Noord-Brabant wordt verteld hoe je een ‘wisseldaalder’ van de duivel kon kopen door op de nacht van 30 april op 1 mei of de nacht van sint Jan of op nieuwjaarsnacht op een kruising of in de kerk hem een (zwarte) kat in een zak te verkopen. Eerst moet je drie maal om de kerk heen lopen. Of op de kruising een magische cirkel maken en vragen; wie koopt er mijn haasje? De duivel zal verschijnen en vragen wat voor dier er in de zak zit en hij moet antwoorden: een haas. (Ook de witte wieven vragen om een balkenhaas en bedoelen hiermee een kat..) Hiermee heb je eigenlijk je ziel verkocht. Ga nooit uit de cirkel want anders breekt de duivel je nek. Zolang je maar iets wisselgeld overhoudt zal de daalder altijd in je zak terugkomen. (Ter Laan – Nederlandse overleveringen II 20-23)
4)
5) Sinninghe –  p. 218 e.v.
Ter Laan – Nederlandse overleveringen II 26-33
6) Sinninghe – Oude volksvertellingen 218
7) De Blécourt ed. – Verhalen van stad en streek 82 en 224
8) Sinninghe – Gelders sagenboek 132
Sinninghe – Oude Volksvertellingen 220
9) Ype Poortinga – It fleanend skip 181
Sinninghe – Drents sagenboek 77
10 Sinninghe – Limburg sagenboek 199
11) Sinninghe – Oude volksvertellingen 234 en 239
12) Gelders sagenboek 131

http://tvtropes.org/pmwiki/pmwiki.php/DealWithTheDevil/FolkloreAndFairyTales

http://www.sacred-texts.com/evil/hod/hod19.htm

Join the discussion 3 Comments

  • Attila says:

    Mooi verteld Abe, goed overgebracht inzicht

  • seppe says:

    geesten bestaan en ik kan het weeten

  • Jan koers says:

    Dit thema vinden we ook bij Goethe in zijn Doktor Faustus.
    De negatieve kracht zien we ook in Mozarts Die Zauberfloete als de koningin van de nacht. (Overigens beiden vrijmetselaren)
    Er zijn positieve en negatieve krachten, er is licht en duister, ook in de mens zelf. Hij kan kiezen voor het duister en voor het makkelijke en en voor materialistische oplossingen. Hij verbindt zich ermee. Het werkt verslavend want het is nooit genoeg. Tegelijker tijd trekt bij negatieve krachten aan door het principe van soort zoekt soort. Die krachten, geesten of anorganische entiteiten (zie Castaneda) hechten zich aan hem en laten niet los.
    In Suriname lag een vrouw die zich met zwarte magie bezig hield op sterven. Ze schreeuwde steeds:
    Ze komen me halen, de duivels komen me halen. De hele buurt genoot met een zeker leedvermaak mee.

Leave a Reply