Skip to main content

sintIk geloofde net als elk ander kind in de Sint. Dat geloof was onaantastbaar en zonder achterdocht. Het was gewoon zo en verder dacht ik er niet bij na. Ergens in de jaren tachtig werd er een beroemd/berucht geworden experiment uitgevoerd met het sint-geloof. Een kleuterjuf verkleedde zich als sint terwijl de kinderen toekeken. Zij deed de mijter op, de baard en de mantel om en zij was voor hen Sinterklaas. Geen twijfel mogelijk! Toen juf terug kwam vertelden ze allemaal dat ze Sinterklaas hadden gezien. (1) Het wereldbeeld van die kinderen is, zoals wij in het verleden allemaal waren toen wij nog zaten in een magisch universum. Je zet het masker op en je bent de geest, je verft je zwart en je behoort bij de doden. Je doet de wolvenhuid om en je bent een wolf. En dat vonden de omstanders die dat zagen ook.

Scepsis en autoriteitsint (1)

Toen we afstand namen om de werkelijkheid objectief te kunnen bekijken en zo een eigen individu ontwikkelden begon de twijfel toe te slaan. Hoe kan dat dan? Die cadeautjes door die nauwe schoorsteenpijp? Hoe kan het dat het paard van Sinterklaas kan vliegen? Hoe kan hij in één nacht alle kinderen cadeautjes brengen? Allemaal rationele vragen van een twijfelend kind, die in een nieuw bewustzijnsstadium komt. Geloof impliceert in dit stadium al twijfel. Als je zegt: ik geloof dat hij die kant is uit gegaan, dan weet je het dus niet zeker! Ik geloof het wel, ik denk van wel zijn uitingen van lichte twijfel.

Inwijding

Sint2Toen mij verteld werd dat Sint niet bestond werd ik niet-gelovige. Ik geloofde omdat iemand het mij zei en ik stopte met geloven omdat mij dat werd gezegd. Ik bleef geloven in de autoriteit van een ander. Dat is de kern van het geloof in de Sint; een geloof berustend op vertrouwen op iemand die groter, wijzer en ouder is dan jezelf. De ouder die het allemaal wèl weet. De gezag hebbende ouder is meer dan een gelovige, hij is een wetende! Als hij zegt dat hij gelooft in Sinterklaas dan weet hij dat uit ervaring. Een ervaring die ik nog mee moet maken. Ik ben de leek die nog ingewijd moet worden. Als ik door mijn zwartgemaakte vader mee was genomen de nacht in, in de zak naar Spanje of een andere enge plek en ik had gezien dat je door middel van het masker, het zwartsel, de mijter of de baard een andere entiteit kan worden. Je vereenzelvigen met iets dat hoger is, groter is dan jezelf bent, dan was ik ook een wetende geworden in plaats van een ongelovige. Bij mij en de meeste sint-gelovigen is dat niet gebeurd, wij werden niet meegenomen. Maar mijn vader is ook niet meegenomen en zijn vader evenmin. (2)

Sunneklaas op Ameland

Sunneklaas op Ameland

De betekenis van het ritueel

Op een gegeven moment werd het ritueel een lege huls en de autoriteit, de ouder was geen wetende meer. Als je hem vroeg, waarom deden we dat ritueel? Dan kwam er iets uit als: we doen het omdat dat nou eenmaal zo hoort, omdat het de gewoonte is. Dat antwoord gaf geen voldoening en zo verdwenen één voor één de volksgebruiken en rituelen en werd Sint een roepende in de woestijn. In de mysteriereligies werkt het zo: je begint als leek, maar als de tijd rijp is, als je er klaar voor bent komt je inwijding en wordt je van een gelovige vanuit autoriteit een wetende, die het numineuze zelf heeft ervaren.

Antwoord op de vragen

sint3Jij die het mysterie van Sinterklaas wilt ervaren zal het zelf moeten doen. Je zult alle paradoxen van het sint-geloof zelf moeten oplossen:
– Hoe vliegt de sint met zijn paard over de daken? Met zijn astrale lichaam.
– Hoe komt hij (en zijn cadeaus) door de schoorsteen? Door uit zijn lichaam te treden.
– Hoe bezorgt hij alle kinderen cadeaus? Doordat ieder die zich verandert in de Sint onderdeel wordt van een grotere entiteit, die bovenmenselijk is.
Is met het beantwoorden van deze vragen de kous af? Nee! Dit letterlijk tot je nemen is geloven in autoriteit. Je zult je zelf zwart moeten maken of hijsen in het pak van de bisschop, de priester, de sjamaan. Voorbij je eigen ik, verkenningen doen in de wereld van het onzeglijke, ervaren en daardoor weten.

Geloven in Sinterklaas

sint5Het geloven in Sinterklaas werkt in vier fasen: Eerst geloof je vanuit je magische belevingswereld. Daardoor ervaar je het archetype rechtstreeks. Dan geloof je vanuit autoriteit. Je ouders hebben het gezegd en je wilt het zo graag geloven. Het is ‘wishful thinking’. De zaadjes van twijfel zijn echter al gezaaid. Dan komt het moment waarin je niet meer bij de kleintjes hoort omdat je weet dat Sinterklaas een verklede man is. Dat besef zal er mede voor zorgen dat je het magisch bewustzijn verliest. In deze derde fase – waarin wij nu zitten – is het slechts een verkleedspel, leuk voor kleine kinderen, het heeft geen diepere betekenis en dat is dat. Een rationeel-materiële wijze om naar de wereld te kijken heeft het magische denken en beleven overgenomen. De vierde fase kennen we tegenwoordig niet meer zo. Dat is het trance effect dat het opdoen van een masker of vermomming kan hebben, waardoor je je eigen identiteit tijdelijk verliest en opgaat in een ‘archetype’ of anders gezegd een grotere bovenmenselijke entiteit. Wie dit door middel van het ritueel beleeft, beseft dat je tussen werelden, tussen bewustzijnsniveaus kan schuiven en dat zowel het rationele als het magische bewustzijn een innerlijke realiteit hebben. Voor mij is Sinterklaas – zeker als je hem ziet als opvolger van Wodan – zo’n grotere door middel van het ritueel beleefbare entiteit.

Ik geloof in Sinterklaas, jij ook?

Abe van der Veen 2010

Dit stuk is een zienswijze, een manier om naar het feest te kijken, deze keer dus geen uitgebreid notenapparaat.
1) Dit experiment is recentelijk nog herhaald met hetzelfde resultaat.
2) Bijvoorbeeld bij de Amelandse Sinterklaasrituelen zou dit wel het geval zijn. De jonge Amelander mag vanaf een bepaalde leeftijd ook ‘in het pak’ net als zijn vader.

Join the discussion 2 Comments

Leave a Reply