Skip to main content

the-hobbit_2409864kDe eerste zin van het boek ‘The Hobbit’ is: ‘In a hole in the ground there lived a hobbit’. Hobbits zullen de hoofdpersonen worden van het universum dat door de auteur J.R.R. Tolkien werd gecreëerd. Volgens hem komt het woord Hobbit van ‘holbytla’ wat holbewoner betekent. Dat is wat J.R.R. Tolkien er van zegt en hij kan het weten! Hij heeft deze wezens namelijk zelf bedacht. Voordat in 1937 ‘The hobbit’ werd gepubliceerd bestonden deze wezens nog niet of nauwelijks. (1) Toch niets ontstaat uit niets. Ergens moeten er inspiratiebronnen zijn geweest voor Tolkien. Het is bekend dat Tolkien zijn inspiratie voornamelijk haalde uit de Scandinavische en Keltische mythologie. Deze keer echter zullen we het antwoord naar de herkomst van de hobbit moeten zoeken in de folklore van zijn eigen geliefde Engeland.

De elven

De hobbits bewonen holen in heuvels. Hierin lijken ze op een ander volk dat in heuvels woont: de ‘aes sidhe’ oftewel het Ierse elfenvolk van de holle heuvelen. Met die holle heuvelen worden meestal prehistorische grafheuvels bedoeld. De ‘sidhe’ hebben daarmee een sterke connectie met de doden. De elfen als een hoog geboren bovennatuurlijk ras hebben een belangrijke rol in de verhalen van Tolkien, maar de Hobbits worden duidelijk niet gezien als elfen. De elfen zijn voornamer en meer etherisch als de hobbits. Hobbits zijn eenvoudig en aards, zij hebben haar op hun voeten!

H486px-Kobold_artlibre_jnlobbits zijn – in de regel – ook veel huiselijker. Zij willen helemaal niet groots en meeslepend leven zoals de elfen. Ze leven het liefst rondom huis en haard. Bilbo en Frodo kunnen alleen door gebruik te maken van list en uit pure nood uit hun comfortabele omstandigheden worden gehaald. ‘Bil’ betekent treuzel in het IJslands. (2) Ook Bil-bo treuzelt het liefst en is in het begin van het verhaal voornamelijk aan het klagen dat hij graag weer thuis bij de haard had gezeten! Hij wordt door de dwergen zelfs de ‘bagage’ genoemd!

Hobgoblin

Met die haard hebben we wel direct het belangrijkste kenmerk van de hobbit te pakken. ‘Hob’ in hobbit betekent namelijk haard. Het Latijnse woord voor haard is ‘focus’. Het is het brandpunt oftewel centrum van het huis! Ook het elfenwezen van de haard heet ‘hob’ of anders ‘hobgoblin’. Met zijn grote kennis van folklore en mythologie is de kans erg groot dat Tolkien wel bekend was met dit wezen uit de Engelse folklore. Het zal een belangrijke inspiratiebron voor Tolkien zijn geweest, waaruit de hobbit kon ontstaan.

145593000423197329_DeaufQLo_bVan één van deze ‘hobs’ wordt verteld dat deze – net als de hobbit Bilbo – alleen in een hol woonde. Deze ‘Hobhole Hob’ leefde dichtbij de baai van Runswick in noord-Engeland. Mensen brachten hun kinderen naar deze grot en fluisterden dan een rijmpje om ze door de hob te laten genezen van kinkhoest: ‘Hobhole Hob! Hobhole Hob!  Ma bairns gotten the kink cough take it off, take it off’. (3)

De meeste hobs en hobgoblins – en ook de hobbits van Tolkien – waren huiselijk. Het liefst met de harige voeten warm bij het haardvuur. Hij is voornamelijk bezig met kleine klusjes rondom huis en haard. Er is echter één groot verschil tussen de hobbit en de hobgoblin. De laatste moet zijn domicilie delen met een lastige huisgenoot; de mens! Je kan hem – net als de Schotse brownie en de Nederlandse huiskabouter (en mogelijk de Romeinse Lar) – een huisgeest noemen. Hij beschermt en bewaakt het huis en de familie die daarin woont. Verder doet hij kleine klusjes in en rondom het huis. Meestal doet hij dat naakt of in lompen gekleed. Geef je het wezen kleren dan maakt hij zich zo snel mogelijk uit de voeten. Mogelijk is hij een soort van elf, mogelijk een geest van de voorouders of anders wellicht beide. (4)

Goblin en Orc

hobgoblin wickedHet tweede deel van die omineuze naam ‘hobgoblin’ heb ik nog niet behandeld: de goblin. In de werken van Tolkien is de goblin (in The lord of the rings worden ze meestal orc genoemd) de ultieme kwaaddoener. Hij is een soort van demon, slechts gericht op het aanrichten van kwaad en altijd genietend van pijn en kwellingen. In de Silmarillion wordt verteld hoe de eerste duistere heer Melkor door marteling en zwarte kunst gevangen genomen elfen transformeerde in goblins of orcs. Ook in de folklore zijn de demonen gelieerd aan de elfen. De elfen worden gezien als de neutrale engelen die in de strijd tussen God en satan geen kant kozen. De engelen die de kant van Lucifer kozen werden de duivels. Beide groepen werden uit de hemel gegooid, maar de elfen vielen op aarde en de duivels vielen dieper. Zij belanden in de onderwereld oftewel de hel.

In de folklore zijn goblins plaaggeesten. Ze zijn niet zo duivels als de goblins en orcs van Tolkien, maar het zijn zeker geen lieverdjes. Goblin komt waarschijnlijk van het Welshe ‘coblynau’. Dit is een soort van ‘knocker’ of mijngeest. (5) Dit past goed bij de kwaadaardige goblins van Tolkien die ook ondergronds leven en net als de dwergen mijnwerkers zijn (al maken ze liever gebruik van het werk van anderen).

GoblinHet woord Orc haalde Tolkien mogelijk uit het tiende-eeuwse Angelsaksische epos Beowulf (waar hij zelf een goeie vertaling van had gemaakt). Daar worden ze genoemd als één van de monsters uit het geslacht van Kaïn, naast elfen en reuzen. Het betekent kwade geest of zelfs ‘lijk-duivel’. Hiermee wordt waarschijnlijk een wandelende dode bedoeld. Het kan ook dat hij dacht aan de Romeinse god van de onderwereld Orcus. Orc is echter ook het Ierse woord voor varken en het is verwant aan het woord ‘ogre’, het woord voor de monsterlijke kannibaal uit sprookjes als Klein Duimpje. (6)

Gollum en Frodo

De hobgoblins uit de folklore daarentegen hebben een goede aard en zijn de mensen goed gezind. Met die nauwe woordverwantschap is het nauwelijks verbazingwekkend dat er een soort van hobbit – grotendeels – overstapt naar de donkere kant. Dit is natuurlijk Sméagol / Gollum! De schizofrenie van Gollum zit al gebakken in het woord hob-goblin, de voorloper van de hobbit èn de goblins in de avonturen van Tolkien. Eén volk gaat linksaf achter de duistere heer aan en een ander volk gaat rechtsaf en wordt helper en zelfs redder van elf en mens. Eén wezen staat in het midden tussen goed en kwaad en dat is de Ringdrager. In het boek ‘de Hobbit’ is dat eerst de schizofrene Gollum, de hobbit-goblin. Ook Frodo moet zijn strijd voeren tussen goed en kwaad als ringdrager zijnde. Dat hij de goede kant zal kiezen is al af te lezen uit het eerste deel van zijn naam ‘Fro’. Fro is een andere naam voor de Viking-god Freyr en is afkomstig van het woord ‘Frodr’ dat wijs en vruchtbaar betekent. Freyer is de god van vrede en vruchtbaarheid. (7) Ook Frodo zal die uiteindelijk brengen aan Midden-aarde.

Daar en weer terug

Hob isEts_1660_van_Gerrit_van_Goedesbergh_met_witte_wieven_in_grafheuvels ook etymologisch verwant aan ‘hub’, wat naaf of centrum betekent. Als je thuis bent, ben je in je centrum. Dit is de stille plek waar alles omheen draait. Bilbo gaat  ‘there and back again’. Dit is de ondertitel of alternatieve titel van het boek. Blijkbaar vond Tolkien dit thema belangrijk. Hij komt van zijn centrum en huiselijke haard en gaat naar ‘daar’, naar de periferie, de rand van de wereld waar op oude landkaarten draken getekend staan. Hij verslaat zijn grootste angst/de draak (in dit geval niet door het beest te doden, maar door hem onder ogen te komen) en komt terug met een schat, een ring. Het duiden van die ring hoort thuis in een ander artikel.

Het is erg frappant om te zien dat in Beowulf de draak – die de held moet verslaan – in een grafheuvel woont. Daar slaapt hij op zijn enorme goudschat. (8) Ook de Groene ridder in het verhaal van ‘sir Gawain and the Green knight’ (een Arthurlegende uit midden-Engeland die Tolkien ook heeft vertaald) bewoond een grafheuvel. Dit is de zogenaamde ‘groene kapel’. De goedaardige elfen uit de Ierse mythologie zijn ook grafheuvelbewoners. Grafheuvels waren niet slechts begraafplaatsen, het waren ook plaatsen om ingewijd te worden in een niet-fysiek bewustzijnsniveau. Het is de plek van doodse stilte en innerlijke rust, voorbij het lichaam en de gedachten.

smaugZo zou je kunnen zeggen dat Bilbo van de ene (graf)heuvel in het centrum naar een andere grafheuvel van de draak in de periferie reist. Pas als hij daar zijn beproeving heeft doorstaan kan hij terug naar zijn vertrouwde hobbithol. De stille plek als centrum in jezelf waar je altijd thuis bent is in je individuatie vaak pas weer te bereiken als je bent gaan reizen, avonturen hebt meegemaakt, je angsten onder ogen hebt gezien en de stemmetjes tot zwijgen hebt gebracht. Pas dan zal de haard die eerst uitgedoofd en lusteloos was, weer volop en vrolijk branden. Er stroomt weer energie van het grote naar het kleine centrum, van de ene holle heuvel naar die andere. (9)

Abe van der Veen

1) In de folklore wordt exact éénmaal melding gemaakt van een hobbit en wel in de Denham tracts, een opsomming van elfenwezens van de vroeg negentiende-eeuwse folklorist Michael Denham. Het is zeer de vraag of Tolkien ooit deze obscure tekst onder ogen heeft gehad.

What a happiness this must have been seventy or eighty years ago and upwards, to those chosen few who had the good luck to be born on the eve of this festival of all festivals; when the whole earth was so overrun with ghosts, boggles, bloody-bones, spirits, demons, ignis fatui, brownies, bugbears, black dogs, specters, shellycoats, scarecrows, witches, wizards, barguests, Robin-Goodfellows, hags, night-bats, scrags, breaknecks, fantasms, hobgoblins, hobhoulards, boggy-boes, dobbies, hob-thrusts, fetches, kelpies, warlocks, mock-beggars, mum-pokers, Jemmy-burties, urchins, satyrs, pans, fauns, sirens, tritons, centaurs, calcars, nymphs, imps, incubuses, spoorns, men-in-the-oak, hell-wains, fire-drakes, kit-a-can-sticks, Tom-tumblers, melch-dicks, larrs, kitty-witches, hobby-lanthorns, Dick-a-Tuesdays, Elf-fires, Gyl-burnt-tales, knockers, elves, rawheads, Meg-with-the-wads, old-shocks, ouphs, pad-foots, pixies, pictrees, giants, dwarfs, Tom-pokers, tutgots, snapdragons, sprets, spunks, conjurers, thurses, spurns, tantarrabobs, swaithes, tints, tod-lowries, Jack-in-the-Wads, mormos, changelings, redcaps, yeth-hounds, colt-pixies, Tom-thumbs, black-bugs, boggarts, scar-bugs, shag-foals, hodge-pochers, hob-thrushes, bugs, bull-beggars, bygorns, bolls, caddies, bomen, brags, wraiths, waffs, flay-boggarts, fiends, gallytrots, imps, gytrashes, patches, hob-and-lanthorns, gringes, boguests, bonelesses, Peg-powlers, pucks, fays, kidnappers, gallybeggars, hudskins, nickers, madcaps, trolls, robinets, friars’ lanthorns, silkies, cauld-lads, death-hearses, goblins, hob-headlesses, bugaboos, kows, or cowes, nickies, nacks necks, waiths, miffies, buckies, ghouls, sylphs, guests, swarths, freiths, freits, gy-carlins Gyre-carling, pigmies, chittifaces, nixies, Jinny-burnt-tails, dudmen, hell-hounds, dopple-gangers, boggleboes, bogies, redmen, portunes, grants, hobbits, hobgoblins, brown-men, cowies, dunnies, wirrikows, alholdes, mannikins, follets, korreds, lubberkins, cluricauns, kobolds, leprechauns, kors, mares, korreds, puckles korigans, sylvans, succubuses, blackmen, shadows, banshees, lian-hanshees, clabbernappers, Gabriel-hounds, mawkins, doubles, corpse lights or candles, scrats, mahounds, trows, gnomes, sprites, fates, fiends, sibyls, nicknevins, whitewomen, fairies, thrummy-caps, cutties, and nisses, and apparitions of every shape, make, form, fashion, kind and description, that there was not a village in England that had not its own peculiar ghost. Nay, every lone tenement, castle, or mansion-house, which could boast of any antiquity had its bogle, its specter, or its knocker. The churches, churchyards, and crossroads were all haunted. Every green lane had its boulder-stone on which an apparition kept watch at night. Every common had its circle of fairies belonging to it. And there was scarcely a shepherd to be met with who had not seen a spirit!

2) Volgens de Edda is hij één van de twee kinderen die in de maan te zien zijn. (Edda – Otten 40, 305) Of Tolkien deze connectie ook maakte weet ik niet, het is wel mogelijk met zijn grote kennis van de Edda en zijn expertise in de filologie.

3)  W. Henderson – Folklore of the northern countries p. 264
K. Briggs – A dictionary of fairies p.222

4)  In het boek ‘The Hobbit’ komen mensen pas ergens op driekwart van het verhaal aan bod. In de wereld van de hobgoblin is hij er onlosmakelijk mee verbonden. Hij zorgt voor het geluk en het welzijn van de familie en het huisgezin. In ‘The Lord of the Rings’ blijkt dat uiteindelijk de hobbit hier ook voor zorgt maar dan in een grote epische stijl voor de gehele mensheid.

5) British goblins – Wirt Sikes

6) Beowulf vs. 116: : ‘eotenas ond ylfe ond orcneas’
Graves – the white Goddess p. 231
http://en.wikipedia.org/wiki/Orc
http://en.wikipedia.org/wiki/Orcus
http://www.youtube.com/watch?v=bqHU9oh0hMA

7) Vermeyden en Quak – van Aegir tot Ymir p.74
H.R. Davidson – Gods and myths of Northern Europe p.96
Frodi was een legendarische koning der Noormannen die een tijd van vrede en voorspoed bracht.

8) Beowulf (vert. M. Alexander) p.137 De gelijkenissen tussen de dief in Beowulf die een beker van de drakenschat steelt en de handelingen van Bilbo zijn héél interessant! http://www.sparknotes.com/lit/beowulf/section8.rhtml

9) Tolkien was goed thuis in de Noorse mythologie. Of hij ook veel wist van Britse folklore is minder duidelijk, maar hij had wel een kort essay geschreven over sprookjes en zijn interesse in dit onderwerp was zeker aanwezig.

Leave a Reply